Begaafde of hoogbegaafde kinderen ondervinden in de regel geen problemen zolang hun omgeving hen ziet zoals ze werkelijk zijn en daarop afstemt. Dat betekent dat veel intelligente kinderen zich de eerste jaren probleemloos ontwikkelen. De eerste moeilijkheden kunnen ontstaan zodra het kind geacht wordt aan te sluiten bij leeftijdgenoten, of moet invoegen in een onderwijssysteem dat vooral is gericht op ‘gemiddelde’ kinderen. Ouders zien, soms pas achteraf en jaren later, dat hun kind daardoor veranderd is. Langzamerhand of heel plotseling. Het kan gaan om veranderingen in het gedrag, in de leergierigheid, in stemmingen, maar ook in bijvoorbeeld slaappatronen of in de houding naar de buitenwereld.

Als u zich zorgen maakt over uw kind, terwijl u weet dat hij of zij verstandelijk goed tot zeer goed functioneert, kunt u een afspraak maken voor een intakegesprek. Tijdens dat gesprek proberen we te achterhalen in hoeverre de begaafdheid van uw zoon of dochter de oorzaak is van problemen op school, van gedragsproblemen of andere signalen van ‘niet lekker in je vel zitten’.

In het intakegesprek kan duidelijk worden dat de problemen mogelijk samenhangen met een ontwikkelingsvoorsprong. Als dat vermoeden bestaat, zijn er verschillende mogelijkheden voor een vervolg:

  • u hebt voldoende informatie en ziet mogelijkheden om zelf de problemen aan te pakken, eventueel in overleg met school. Er zijn dan geen vervolgafspraken nodig.
  • u wilt meer duidelijkheid over de intelligentie van uw kind en eventuele sterke of zwakke kanten daarin. We kunnen dan een afspraak maken voor een intelligentieonderzoek.
  • er is voldoende zicht op de problematiek en u wilt graag dat uw kind daar gericht bij geholpen wordt. In dat geval is het mogelijk om een individueel behandeltraject af te spreken, met doelen die in overleg met u en uw kind worden vastgesteld.
  • eventueel zijn ook gesprekken op de school van uw kind of met u als ouders mogelijk, als dat gewenst is.

Begeleiding van uw kind kan bestaan uit een behandeltraject van bijvoorbeeld 10 sessies, waarbij al naar behoefte het accent ligt op:

  • leerstrategieën, motivatie, werkhouding en doorzettingsvermogen;
  • sociale vaardigheden in het omgaan met leeftijdgenoten;
  • jezelf beter leren begrijpen en daardoor meer zelfvertrouwen opbouwen.

Een combinatie is natuurlijk ook mogelijk, evenals individuele verschillen in accenten.

Tijdens een sessie wordt er drie kwartier à een uur individueel met uw kind gewerkt. De oefeningen worden zoveel mogelijk, afhankelijk van de leeftijd van uw kind, spelenderwijs of op een andere aantrekkelijke manier aangeboden. Aan het eind van de sessie kan er desgewenst een korte terugkoppeling naar de ouders plaatsvinden.

  • Joost kon al vroeg goed praten. Het viel zijn ouders ook op dat hij al heel jong geïnteresseerd was in dingen waar zijn leeftijdgenootjes nog helemaal niet mee bezig waren. Dierennamen, automerken en verkeersborden leerde hij snel en kon hij uitstekend onthouden. Als peuter kon hij ook al aardig tekenen. Maar nu hij naar de basisschool gaat, is het opeens afgelopen met de gedetailleerde tekeningen. Joost lijkt terug te vallen in zijn ontwikkeling. Hij heeft geen belangstelling voor de werkjes die hij moet maken, maar racet het liefst met autootjes door de bouwhoek of rent met andere drukke kinderen rondjes over het schoolplein. De ouders kennen hun kind nauwelijks terug als de juf vertelt hoe Joost in de klas is. En de juf herkent niets van de ontwikkelingsvoorsprong waar zijn ouders het steeds maar over hebben...

  • Sanne had in groep 2 al mogen oefenen met letters. Dat sprak haar erg aan, en thuis oefende ze zelf verder. Al gauw las ze hele woordjes en zinnetjes. Maar in de klas liet ze niet merken dat ze inmiddels al aardig kon lezen. Sanne wilde niet opvallen en paste zich aan aan het niveau van haar groep. Straks in groep 3 zou ze echt mogen lezen! Haar verwachtingen waren hooggespannen.
    Het is voor haar een tegenvaller nu ze merkt dat ze ook in groep 3 nog steeds geen echte boeken mag lezen. Thuis heeft ze inmiddels bijna alle bibliotheekboeken tot 8 jaar al uit, maar op school werkt Sanne nog keurig uit het zon-boekje, zoals de juf van haar verwacht. Ze is een ideale leerling, maar komt wel elke dag verdrietig en boos uit school.

  • Thijmen is de laatste tijd thuis onhandelbaar. Hij wordt om de kleinste dingen boos, kan geen kritiek verdragen en voelt zich om het minste of geringste aangevallen. Ook op school heeft hij een kort lontje, zegt de juf. Op het schoolplein is hij regelmatig betrokken bij conflicten. De eerste jaren deed Thijmen het uitstekend op school. Het knip- en plakwerk in de kleutergroepen vond hij weliswaar niet interessant, maar hij scoorde wel goed op de toetsen. Ook in groep 3 en 4 kon hij goed meekomen. De ouders hadden verwacht dat Thijmen het in groep 5 echt leuk zou gaan vinden op school, want hij was altijd al erg geïnteresseerd in geschiedenis, andere landen en volken. De lessen wereldoriëntatie zouden hem vast en zeker aanspreken. Maar Thijmen is helemaal niet enthousiast. De toetsresultaten zijn gekelderd, Thijmen gaat met steeds meer tegenzin naar school en moet door de leerkrachten voortdurend worden aangesproken op zijn ontoelaatbaar gedrag. Alleen in de vakanties zien de ouders nog iets terug van hun ‘oude Thijmen’.